Met 'The Beast' door Zuid-Amerika

Into the wild

door Isabelle Demaeght, 27 oktober 2019

In de Peruviaanse ‘Selva’ (de bovenloop van het Amazone gebied) is overal water en groen. Het is een nieuwe, indrukwekkende, imposante en mooie belevenis voor ons. We hebben er op verschillende manieren van genoten:

In een inheems dorpje (Chazuta) maakten we kennis met de organische boerderij van Marie-Elena en Heriberto. Ze maken er chocolade met verschillende smaken (van pinda’s en kokos tot inheems fruit) en houden zich bezig met fytotherapie (plantgeneeskunde). Heriberto gaf ons een introductie tijdens een boottochtje en bezoek aan het eiland waarop hij geboren is. We kampeerden voor het eerst in de jungle (aan de rand van het dorp) al was het dan onder het wakend oog van een aantal dorpsbewoners.

Cacao pulp eten

Auto's zijn waardeloos

Amerikaanse bezoekers

De volgende dag namen we onze tweedaagse intrek in een nabij gelegen lodge die ons rust en luxe bood maar geen vlot internet. Ik verlangde een internet verbinding omdat we vanuit België en via CNN verontrustende berichten over chaotische toestanden in Ecuador kregen. De noodtoestand was er uitgeroepen en Columbia bereiken (dat kan alleen via Ecuador) was plots geen optie meer. Het IMF legde Ecuador op, als voorwaarde voor een lening van 3,8 miljard USD, de al veertig jaar bestaande brandstof subsidies af te schaffen. Hierdoor werden de brandstofprijzen meer dan dubbel zo hoog en daardoor werden ook openbaar vervoer, levensmiddelen enzovoorts plots flink duurder. Als protest hiertegen waren er gewelddadige demonstraties. Reizen door het land werd ten stelligste afgeraden omdat de demonstranten de wegen blokkeerden met bomen, puin, glas, kraaienpoten en brandende autobanden. We besloten dan maar verder de Selva in te trekken in de hoop dat de toestand intussen zou normaliseren.

Protesten in Ecuador

(La Voz)

Na een minder goede nacht in het erg drukke Tarapoto reden we naar de stad Yurimaguas. De weg houdt daar op – alle vervoer verder het Amazone gebied in, gaat per vliegtuig of per boot. We vonden er dadelijk iemand die een vierdaagse jungle tour voor ons regelde. De volgende ochtend namen we afscheid van The Beast om de boot naar het gehucht Lagunes te nemen. Vijf uur én 150 kilometer verder op de erg bochtige Rio (rivier) Huallaga stond Edison, onze gids voor de volgende 4 dagen, ons op te wachten.

De 'bus' (over water)

Ondiep water

Na een ritje van ongeveer een uur op een driewieler moto bereikten we Santa Rosa (een nederzetting van vijf huizen én de ingang van het Pacaya Samiria natuurpark – opnieuw een rivier). Edison’s persoonlijke kano werd volgepropt met eten, drinkwater en onze bagage. De tocht was erg mooi en de relatieve stilte (wanneer er even niet gepeddeld werd) was adembenemend. In de jungle is het nooit écht stil. Altijd klinkt er ergens een dierengeluid. We werden al dadelijk verrast door een aap en later door roze dolfijnen. Edison peddelde 15 kilometer, tot ver na zonsondergang.

Peddelen in kano

Onze eerste slaapplaats in de wildernis was een relatief luxe houten constructie op poten met een dak en daaronder ‘kamertjes’ met borst-hoge houten wanden. Er staan bedden met matrassen en ongewassen lakens die waarschijnlijk al duizenden malen gebruikt zijn. Het sanitair was miniem (toilet spoelen met een emmer en douchen met bruinig rivierwater). De maaltijden werden door Edison bereid op een houtvuur. De hoofdbestanddelen waren eieren en rijst (Edison had een emmer vol eieren bij voor drie personen voor vier dagen :-) .

Eerste onderkomen

Keuken

Dag twee bereikten we al snel onze tweede slaapplaats. Het was een overdekt platform waar gekookt, rondgehangen, maar ook geslapen werd. Onze ‘touroperator’ had nagelaten ons goed over deze plek te informeren. We wisten dat er geen bedden waren, maar matrassen zouden er wel zijn. Na de lunch kanode Edison naar de lagunes van de dolfijnen en later vond hij een plek met brulapen. Wat een ongelooflijk geluid maken die (mannelijke) apen. Er waren twee Fransen (met hun gidsen Simy en Bernardo) en nog twee personen die semi-permanent zorg dragen voor de plek. We sliepen zij aan zij, ieder onder een klamboe en wij op de matras van de beheerders (die op de planken vloer sliepen). Iedereen gunde ons de nodige rust vermits Adriaan ondertussen ziek geworden was.

Tweede onderkomen

Doodstil

Meer toeristen

Op dag drie had Simy gelukkig wat antibiotica bij en Bernardo en de beheerders (allen inheems: in deze streek geboren) zijn op de hoogte van de geneeskracht van de planten. Adriaan heeft de in water gewelde schors van een bepaalde boom gedronken. We besteedden de ochtend aan het wandelen door het oerwoud. Simy bereidde intussen een lunch met ingrediënten uit de Amazone: een heerlijke lokale visschotel en wild groeiende koriander.

Geneeskrachtige boom

Stil

Adriaan voelt zich thuis

Dure vogels

Het natuurpark ligt rond de vijfde breedtegraad: het is er broeierig warm met af en toe verkoeling door een immense regenbui. Het regenseizoen in de Tropen is stilaan begonnen. Het waterpeil in de rivieren zal zeker meer dan één meter stijgen zodat binnen afzienbare tijd hier alles onder water zal staan. (Daarom staan de slaapplaatsen op palen.) ‘s Avonds kwamen we terug op onze eerste slaapplaats. Er was nu veel meer animo: ieder bed was bezet, vooral door jonge mensen, die tot laat feestvierden.

Stortbui

De vierde en laatste dag bereikten we Lagunas terug. De tocht was een stuk moeilijker: er is een flinke stroming en Edison moest in zijn uppie stroomopwaarts peddelen. We vonden in het dorp geen andere slaapmogelijkheid dan een kot, écht gelijkend op een stal. Het hoorde een beetje bij deze tocht die buitengewoon en grensverleggend was. We namen afscheid van Edison (een arme boer die gids werd omdat het beter verdient).

Na de 150 kilometer over de rivier kwamen we terug in Yurimaguas, en zijn aansluitend met The Beast terug naar Tarapoto gereden. Adriaan bleef lijdend dus zochten we een arts die na een bloed en urinestaal de medicatie aanpaste. Tarapoto is om één of andere reden erg toeristisch en druk. Wij vonden er echter geen comfortabele kamer.

De onrust in Ecuador is (even) verleden tijd. Het subsidie afschaffingsdecreet werd teruggedraaid, de rust keerde terug en daarmee ligt de weg naar Columbia voor ons open. We besloten de Andes weer over te steken naar de zee, om de walvissen te zien. Ik koos een secundaire weg vanop een Michelinkaart van 2017. Dat is een gok, de actuele status van de weg is altijd een verrassing. Deze weg via Jaén noordelijk en later westelijk richting Piura was een meevaller. Het vinden van een slaapplaats was moeilijker dus besloot ik (met keurig geoefende Spaanse zinnen) aan de inheemse bevolking te vragen waar we zouden kunnen kamperen.

Kamperen op gezegende hoogte

Mijn eerste poging werd een onvergetelijke ervaring. Celfa en Manuel nodigden ons direct uit om The Beast op hún erf te stallen. We kregen al dadelijk een tros (lekkerste ooit) bananen en Celfa maakte voor ons ‘s avonds nog blokken van hun cacaonoten. Anderzijds hielden zij ons vanop een afstand nieuwsgierig in het oog terwijl we de tent opzetten en een maaltijd bereidden, De verbondenheid die we voelden met deze mensen was uniek. Het huis en sanitair waren erg primitief, er was geen electriciteit. Manuel vertelde ons later dat hij ter kerke ging uit dankbaarheid voor onze komst. We hebben onze verse Amazone vis met hen gedeeld en hen wat geld toegestopt.

Boerderij van Celfa en Manuel

Isabelle

Celfa en Manuel

In Tumbes, de laatste Peruviaanse stad vóór de grens met Ecuador genieten we van een uitzonderlijk hotel. Een cadeau dat we kregen van mijn familie toen we 422 dagen geleden vertrokken.

We hebben gedurende twee maanden ruim 7000 kilometer, van zuid-oost naar noord-west, door Peru gereisd. We genoten van erg afwisselend landschap (oerwoud, hooggebergte, woestijnen, plantages, kust, ruïnes) en de enorme biodiversiteit (veel vogelsoorten waaronder Papegaaien, Condors, IJsvogels en véél kolibri’s, otters, zoet- en zoutwater schildpadden en dolfijnen, apen, luiaarden, om de belangrijksten te noemen). We maakten kennis met de Inca cultuur en de geschiedenis van het land. Onze band met dit land was minder intens. Misschien omdat de Peruvianen slecht voor hun land zorgen (te zien aan de afval die overal verspreid ligt), of door de (in het algemeen) minder gastvrije bewoners. De ontmoetingen met stedelijke Juan en gezin, met inheemse Heriberto, met boeren Celfa en Manuel waren een hoogtepuntjes – de essentie van reizen blijft (voor ons) mensen ontmoeten, landschappen zien en van natuur genieten.

Rommel langs de wegen

We zullen volgende week de grens oversteken en vrij vlot naar het noorden doortrekken (omdat Ecuador nog altijd 3,8 miljard USD nodig heeft en we het protest tegen een andere noodzakelijke maatregel al voelen aankomen).

Maar eerst gaan we dinsdag de zee nog op om de walvissen te spotten…..