Van Santiago de Chili naar het Noorden op BMW R1100 GS en Kawasaki ZR7-S motorfietsen.

Zesde verslag (van 6 maart 2003 tot en met 27 maart 2003)

Vertraging

de opgebroken hoofdstraat in Chalhuanca"Hoe voel je je nu?" - een overbodige vraag, want ik kan al zien dat het vanochtend niet goed gaat. Mirjam geeft nog een keer over, als antwoord, en ik weet genoeg. We zijn in Chalhuanca, een dorpje met een paar honderd inwoners, halfweg tussen Cusco en Nazca in Perú. De hoofdstraat ligt open - men krijgt een rioleringssysteem. Het is regentijd en het hele dorp is één modderpoel. De motoren, die achter het hotel staan, zullen vandaag verder in de modder zakken, want ik denk niet dat er gereden zal worden. Dit dorp is een gat - als Mirjam weer naar een ziekenhuis moet, dan zal ze zeker naar een grotere plaats moeten worden vervoerd. "Ga eerst maar eens wat rusten", zeg ik. "Ik kom over een uur terug."

HenrikWe hebben gistermiddag kennis gemaakt met Henrik en we hebben gisteravond tijdens het diner plannen gemaakt om vandaag samen verder te reizen. Ik neem vandaag alweer afscheid van onze Europese reisgezel - het heeft voor hem geen zin hier te wachten. Henrik rijdt op een 650cc MuZ en is bijna aan het einde van zijn reis. Hij zal binnen drie weken terug zijn in Santiago om van daar uit terug te keren naar Duitsland. Henrik gaat verder zoals hij kwam: alleen.

Ik loop de lengte van de opgebroken hoofdstraat af en weer terug - er is inderdaad geen kliniek, ik zie ook geen huis met een bordje dat wijst op een arts. Het dorp verlaten op de motor zal voor Mirjam ook nog lastig worden - de hoofdstraat is onberijdbaar en de straat achter de eerste huizenrij is onverhard en zeer modderig door de overvloedige regen van de afgelopen nacht.

"Hoe voel je je nu?", dezelfde overbodige vraag, maar nu een ander antwoord. "We kunnen hier niet blijven", zegt Mirjam, "want er is hier niets. Laten we proberen Nazca te bereiken". We gaan op weg - er staan ons twee bergpassen van meer dan 4.000 meter te wachten voordat we afdalen naar de 600 meter boven zeeniveau waarop Nazca ligt.

Mooie wegen door een prachtig landschapGelukkig Is de hele weg geasfalteerd en bovendien van goede kwaliteit. De omgeving is prachtig, overigens. We rijden dwars over de Andes, tegen de regens in. Die komen ook hier uit de zee, de Stille Oceaan. Bovenop de hoogvlakten groeit weinig en is het landschap droog en wordt de eentonigheid alleen doorbroken door wat llama's. Opwindend zijn de afdalingen. Soms zakken we 2.000 meter om uit te komen bij een stad of dorp. In de dalen is water, en komt het gewas zichtbaar dichterbij de oogstdag. Men verbouwt erg veel maïs, al sinds de Inca's. De regenwolken worden door de zon verwarmd en stijgen, totdat ze (als Icarus) weer neerstorten, soms in hetzelfde dal als waar ze ontstonden. Wij rijden tijdens de afdalingen dwars door de regenwolken heen en zien het hele proces om ons heen ontstaan.

Nazca

De regio rond Nazca was ooit 'thuis' voor een volk dat erin slaagde deze barre plaats te bewonen. Ze hebben daartoe een ondergronds water transport systeem gebouwd. We zijn inmiddels afgezakt tot onder het niveau waarop de stijgingsregens neerdalen. Het regent hier een half uur ... per twee jaar! De woestijn bestaat uit licht zand, met daarover heen een laagje donker zand, waarschijnlijk stof uit voorbije vulkaan uitbarstingen. Omdat het nauwelijks regent is er ook weinig erosie. De stad Nazca wordt ook vandaag gevoed door de kanalen van duizenden jaren oud, al hebben de huidige inwoners slechts twee uur water per dag.

Het oude Nazca volk maakte aardewerk, bouwde een complete stad en was zich bewust van jaargetijden. In Europa kun je het verschil tussen zomer en winter niet mislopen. Maar hier, tussen steenbok- en kreeftskeerkringen lijken alle dagen van het jaar wat meer op elkaar. We zijn 15° onder de evenaar - in de tropen. Al is daar weinig van te merken op de enorme hoogten van de Andes: Lago Titicaca was toen wij er waren ordinair Europees koud en druilerig. Op lager gelegen delen, zo rond de 2.000 meter, zijn er nauwelijks waarneembare verschillen in de jaargetijden.

Nazca Lines: enorme, rechte lijnen in de woestijnVoor een volk dat gewassen wil verbouwen zijn die verschillen in hoogte en het onderscheid in jaargetijden (in verband met de regens) belangrijk. Nabij Nazca staan enorme lijnen in de woestijn. Als je aan het einde van zo'n lijn staat kun je de plaats waar de zon opkomt of ondergaat precies bepalen. Of kun je de plaats van een sterrenbeeld aan de nachtelijke hemel bepalen. De lijnen deden waarschijnlijk dienst als kalender. Er zijn ook figuratieve patronen, zó groot dat ze alleen vanuit de lucht goed te zien zijn. Het is een raadsel hoe deze beschaving deze tekeningen kon maken zonder ze zelf te kunnen zien.

Er zijn overigens ook mensen die denken, dat het een soort landingsbanen voor buitenaardse wezens zijn. Toen die theorie zo'n 30 jaar geleden populair werd, zijn velen zelf, met hun auto, gaan kijken. De bandensporen staan er nog.

Zevenhonderd vierkante kilometer is nu afgezet als archeologische vindplaats en dus kunnen we niet zelf in het terrein proberen de tijd van het jaar af te lezen aan de hand van de zonsopgang. We zullen ons tevreden moeten stellen met een rondvlucht boven het gebied, over een paar dagen, als Mirjam het aankan.

Ziekenhuis

"Eén broodje moet toch wel kunnen", zegt Mirjam als we aan de ontbijttafel zitten. Ik kan me wel voorstellen dat de kippenbouillion en gelatine pudding haar culinaire interesse niet echt vasthouden. Enfin, een uur later staan we weer voor een ziekenhuis. Mirjam heeft weer pijn, is misselijk en heeft braakneigingen. Het houdt maar niet op, maar een pancreas is een gevoelig orgaan dat erg essentieel is. Ik wil er geen risico's mee nemen en dus gaat er nu opnieuw een internist op de ingewanden van Mirjam duwen. Gelukkig heb ik, na enig tegenstribbelen door de Pardo kliniek, het complete medisch dossier uit Cusco kunnen meenemen.

Als je dan toch moet wachten....Deze internist spreekt geen Engels, maar met het dossier en zo veel mogelijk Latijnse namen komen we eruit: Mirjam mag beslist niks anders eten dan hetgeen op haar dieet staat. Maar dan ook niks anders. Meer kippenbouillion, meer trilpudding, meer flauwe koekjes. De prognose is wel goed, volgens de arts, want het betreft een licht geval. Maar het gaat tijd vergen. We krijgen een pijnstiller (voor intramusculaire injectie - handig dat ik dat zelf kan) en pilletjes tegen misselijkheid, samen met het advies een paar dagen rust te houden. Gelukkig hebben we een leuk hotel waar we de keuken mogen gebruiken.

Doorgaan of terugkeren naar België?

Zoals op de onverharde wegen van Argentinië, duikt ook hier voor mij de vraag op of het wel verstandig is om door te gaan. Hier in een stad van redelijke omvang kunnen we wel het goede voedsel vinden, maar in de dorpjes onderweg zijn we verplicht te eten wat de lokale bevolking eet, of niks. Dat is voor mij één van de aantrekkelijkheden van dit soort reizen, maar nu komt dat slecht uit. Geen vet of olie, geen ander vlees dan zeer gare kippenborst, geen melkproducten, niet kruidig, het liefst geen zout - het is niet te vinden in de potten en pannen van de keukens van de plekken waar de Peruaan eet. En wie weet wat er nog komt. Heel Midden-Amerika en Mexico konden wel eens op deze manier 'verlopen'.

We volgen het advies een paar dagen te wachten, dan de rondvlucht te doen, nog een dagje te rusten en dan naar Lima te rijden. We moeten naar Callao, de luchthavenplaats bij de hoofdstad van Perú, omdat daar de banden en filters klaarliggen die Matthé van den Bersselaar, Petra Rolvink en Motor Houtrust aan ons opstuurden. (Allen hartelijke dank voor de hulp!) Omdat Lima een flinke plaats is, met een haven, een vliegveld, voldoende infrastructuur om nog wat uit te rusten, kunnen we daar besluiten wat onze volgende stap zal zijn.

Rivier bedding is begroeid - de rest is woestijnDe rit naar Lima loopt door het stukje land dat de Stille Oceaan van de Andes scheidt. Zo'n 100 kilometer breed en kurkdroog. De vochtige lucht van de oceaan wordt tegen de Andes opgestuwd en laat het daar, in de bergen, regenen. Hier, op zeeniveau, valt geen regenwater. Een paar rivieren die vanaf de Andes teruglopen in de zee voeden de irrigatie rondom die waterwegen. Daar is wat menselijke activiteit (en begroeiïng), maar het meeste ziet eruit als de zand-duinen van de Sahara. Het is een prachtig gezicht, al vragen we ons af, hoe iemand hier kan wonen.

Woestijn tot aan het strandMirjam doorstaat de reis redelijk. Ze is bij aankomst wel een beetje misselijk, maar vooral erg moe. De onderdelen zijn inderdaad op de Jorge Chavez internationale luchthaven. We nemen onze intrek bij Victor, de eigenaar van een hotelletje niet te ver van de luchthaven. We mogen weer gebruik maken van de keuken, zodat we zeker weten dat Mirjam het correcte voedsel krijgt.

Bandenwisselen (kost wel 1.25 euro per band)De import van de motoronderdelen, de volgende dag, kost me bijna de hele dag. Voordelig is het evenmin - ik betaal aan documentkosten, importheffingen, opslag en bemiddeling totaal 190 US dollars. De vrachtkosten waren 100 euro. Gelukkig heeft de BMW dealer Motor Houtrust uit Den Haag oog voor de noden van wereldreizigers. Ze leverden de spullen vlot en voor de goede prijs en ze hielpen me met een proforma factuur die de importheffingen een beetje binnen de perken houdt, waardoor ik zo'n 150 US dollars aan heffing 'misloop'. Advies aan andere wereldreizigers: In Perú kost de procedure voor tijdelijke import van motoronderdelen (waardoor je geen heffingen hoeft te betalen) twee maanden en is effectief onmogelijk. Kies liever een ander land om je onderdelen naartoe te sturen.

Ziekenhuis, dan maar weer

Vanaf Lima gaat het via de Panamericana steeds verder naar het noorden. Achter ieder snelheidbeperkings bord staat een Toyota Landcruiser met agenten, maar zonder radar. De eerste keer reden we echt harder dan 40 en hadden ze recht van spreken maar lieten ze ons gaan nadat Mirjam op de agent inpraatte. Een tweede boete ontliepen we ook, met geslijm over de schoonheid van de omgeving waardoor 'we even niet opletten'. De derde set agenten deden geen moeite: die begonnen gelijk over cilinderinhoud, de lengte van de reis enzovoort. Ach ja, ik zou ook een tweetal buitenlandse motorrijders aanhouden met een smoesje om de verveling in de woestijn te breken.

We overnachten in Trujillo, middenin de stad. We krijgen de kok van het hotel restaurant zo gek om iets voor Mirjam te koken - hij maakt er iets moois van en voor het eerst in weken zit Mirjam zichtbaar smakelijk te eten. Hij heeft weinig zout gebruikt, maar meer dan wij zouden hebben gedaan. Mirjam verdraagt het goed - we veranderen zout-loos in -arm.

Vanaf Trujillo willen we naar Piura, andermaal een redelijke dagetappe van ongeveer 400 kilometer. Halverwege, als we door de stad Chiclayo rijden, ben ik Mirjam opeens kwijt. Terwijl ik sta te wachten stopt er een taxi chaffeur die me vertelt dat 'de andere motorrijder' is tegengehouden door de politie. Ik keer om en tref Mirjam in het gezelschap van een agent die haar papieren in zijn hand heeft. Mirjam is in botsing met een minibusje gekomen. Mirjam is niet gevallen, er zit alleen een kras op haar voorspatbord en koplamp. In Perú hangen verkeerslichten, maar die worden door de weggebruikers als 'advies' gezien. Op deze kruising hangen geen lichten en daar geldt het recht van de sterkste. Er is een hoekstukje van de achterbumper af gevallen en daarom wil de agent dat we meekomen naar het bureau.

"¿Por qué?", wil ik weten. "Voor een onderzoek, en misschien een bloedproef", antwoordt de politieman. "Wie is er dronken, dan?", vraag ik. "Dat weten we nog niet", zegt de agent, die van ons allemaal het meest dronken lijkt. Ik vertrouw het niet. Zodra we een bureau binnengaan, zullen we gescheiden zijn van de motoren. En wie weet wat er dan allemaal gebeurt. "Neem die verklaring maar hier op", "Heb je wel een tolk want ik spreek geen Castellano", "Waar gaat dat onderzoek precies over: schade of schuld?" - ik kan de vragen sneller stellen dan hij de antwoorden kan verzinnen. Dat we in Castellano staan te praten ontgaat 'm kennelijk. Hij begrijpt al wel dat ik een lastige klant ben en dat ie een hele tijd zal moeten werken aan een ongeval met als schade een stukje plastic dat met twee schroefjes weer vastgezet kan worden. En waarschijnlijk voelt ie wel dat ik nóg lastiger ga worden als hij corrupt blijkt te zijn en geld van ons wil. Hij geeft op en laat ons gaan.

Mirjam met gezwachtelde handDe schade is toch wat groter dan we eerst dachten. Tijdens de lunch blijkt dat de linkerhand (de koppelingshand) een flinke tik heeft gekregen tijdens de botsing. Mirjam kan nog wel rijden, vooral omdat de weg door de 'Desierto de Sechura' mooi recht is. Maar in de avond, als we in Piura staan, is de linkerhandhand gezwollen en erg pijnlijk. We kopen een drukverband. We ontdekken bij die gelegenheid dat de vele Chinese restaurants in het centrum wantan soep serveren die goed passen in Mirjam's dieet.

En zo kan het gebeuren dat we de volgende ochtend voor de derde maal in een Peruaans ziekenhuis staan. Een röntgenfoto laat geen breuk of scheurtjes zien in de middenhands beentjes (of de pols) en dus zouden we over een weekje, als het drukverband zijn werk heeft gedaan, weer kunnen rijden. Mirjam krijgt een crème met pijnstiller en pilletjes met een spierverslapper annex pijnstiller. We staan alweer een week stil. Voor mij wordt Perú nu langzamerhand wel wat langdradig. Maar goed, we wachten geduldig tot de dagen in deze snikhete woestijnstad voorbij gaan.

De brommer staat achter de salonGaan we door naar Ecuador en Panamá, of gaan we naar België om te herstellen? We weten het nog steeds niet. Ik vind de Verenigde Staten wel aardig klinken. We zouden het regenseizoen in Midden-Amerika mislopen, ruim op tijd zijn om vroeg in de zomer Alaska te bezoeken en aan het eind tijd overhouden om op ons ons gemak Mexico en Midden-Amerika te bekijken. Maar hoe we in de VS terecht moeten komen, met twee motoren in een zeecontainer uit een apenland, over de gesloten grenzen van dat land in oorlog? We houden je op de hoogte.