Op 1 rol door 2 Amerika's. Oftewel: met een BMW en een Kawasaki van Ushuaia naar Alaska.

Tweede verslag van Mirjam: 10 december - 28 december 2002.

SpiegelreparatieHet leuke van het begin van onze reis is dat we allerlei "primeurs" hebben. Al vóór mijn eerste val hadden we al de eerste kleine reparatie; door de trillingen was mijn linker spiegel zó los komen te zitten, dat ik 'em dreigde te verliezen. We hebben de eerste lama's en kolibri's gezien en fucsia's van wel meer dan 2 meter hoog. Nog even dooroefenen, Bertus! Ik heb voor het eerst al rijdende kunnen drinken dankzij mijn nieuwe Platypus-systeem. Eén keer ben ik met brommer en al omgevallen, terwijl ik niets deed en ook is m'n brommer al een keer omgevallen, terwijl ik er niet eens bij in de buurt was. We zullen binnenkort maar eens een plankje ritselen, zodat mijn brommer ook op wat drassige grond wil blijven staan. Hoeven we hopelijk ook minder vaak de rechter spiegel en richtingaanwijzer opnieuw te monteren, zoals vandaag weer het geval was.

Ik heb m'n eerste Edvardiaanse ontbijt gehad (koffie met veel zoete koekjes) en we hebben onze eerste steak van eigen gefabriceerde BBQ gegeten. De eerste vellen liggen er, na de eerste verbranding, al weer af. Maar m'n regenpak is allang weer droog na het eerste buitje. Het eerste reisongemak heeft zich ook aangediend. Ik heb nu al bijna 3 weken last van iets waarvan Adriaan denkt, dat het wel eens een peesontsteking zou kunnen zijn aan m'n pols. Een aantal bewegingen zijn pijnlijk, een aantal niet, waardoor ik nogal eens vergeet dat nu even niet alles mogelijk is. En erop vallen doet het geheel natuurlijk ook geen goed. Enfin, genoeg geklaagd; 't zal wel overgaan voordat ik een jongetje word. Oh ja, en we hebben het hooikoorts-seizoen voor Adriaan nu officieel voor geopend verklaard ...!

We hebben onze cursus inmiddels afgerond. Dat ging sneller dan juf Karin had verwacht, want met nog anderhalf uur te gaan (van de 9) was ze helemaal door de stof heen. Nu al hebben we enorm veel lol van de cursus. We verstaan de Chilenen beter en Adriaan kan nu zelfs al in het spaans onderhandelen. Het kost een paar dagen (en stuivers), maar dan heb je ook wat.

Mirjam op gravelNa 6 heerlijke dagen in Pucon is het tijd om verder te reizen. Het meer en de vulkaan van Villarrica vinden wij al heel mooi, maar er is ons verteld, dat er iets meer naar het zuiden nog veel mooiere plekken zijn. Via Lican Ray en Coñaripe, waar het asfalt overgaat in gravel, rijden we naar Pullingue, Opdrogenmaar we vinden niet wat we zoeken. Maar het is nog vroeg en het gaat lekker, dus zetten we koers naar Futrono, via Los Lagos. Best een behoorlijke afstand, maar nu gaat het weer lekker over asfalt. We verwachten hier wel een camping te vinden, maar dat valt tegen. Misschien aan de zuidkant van het Ranco-meer, dus verder maar weer. Na zo'n 65 km gravel willen we toch wel een slaapplaats gaan vinden, zeker omdat het begint te miezeren. Uiteindelijk lukt dat nabij het dorpje Lago Ranco. 't Is wel even wennen: geen warm water, sumiere sanitaire voorzieningen en een heleboel scout-achtige jongeren die doorfeesten tot 6 uur 's ochtends. We breken vroeg op en zijn blij met onze goede kampeeruitrusting. Het heeft 's nachts geregend en niet iedereen had een waterdichte tent. Er hangen verscheidene slaapzakken en kledingstukken te drogen in een mager zonnetje.

Bloembollen overdrachtVia Osorno komen we uit bij Lago Puyehue. We komen terecht op een camping aan het meer, met achter ons zicht op de besneeuwde Osorno vulkaan. We staan feitelijk in de tuin van de eigenaresse van de camping en het is alweer een prachtplek die we (alweer) voor ons alleen hebben. De eigenaresse heeft een duidelijke voorliefde voor tuinieren en al snel is het idee geboren om hier ons afscheidscadeau van Thé te (laten) planten. Zij voelt zich vereerd en wij zijn toch wel een beetje blij, dat we van het ruimte- innemende (sorry Thé) pak zijn verlost.

We gebruiken deze plek ook om de nodige wasjes te doen. Bovendien vindt Adriaan een drogist die crème verkoopt die hopelijk helpt voor m'n pols. Helaas kan hij niet aan de medicijnen tegen Adriaan's hooikoorts komen, maar we vinden wel pennen voor onze provisorische BBQ.

Na 3 nachten op deze heerlijke plek wordt het toch wel tijd om weer eens verder te reizen, want anders komen we nooit in Ushuaia. We hebben even zitten rekenen en besloten om niet via Puerto Montt met een veerboot verder te gaan, maar om vanaf deze plek Argentinië in te rijden. Uitgerekend vandaag regent het. De eigenaresse lacht meewarig als ik zeg dat wij verwachten aan de andere kant van de Andes zon te zien. En ze blijkt gelijk te krijgen.

Tot de grens is het ongeveer 25 km en we rijden over asfalt. Gelukkig staan we droog tijdens het uitvoeren van onszelf en de motoren. De ingang van Argentinië is zo'n 40 km verderop. De gemakkelijke stukken zijn geasfalteerd; de lastige delen (we moeten immers 'over' de Andes) zijn wat ze hier noemen ripio, beter bekend als gravel. Halverwege staat (gelukkig op het asfalt) een tot camper verbouwde pick-up truck met pech. De man ziet er onmiskenbaar Hollands uit en ja hoor, 2 gestrande reizigers. Hun gaskabel is gebroken en ze hebben geen gereedschap bij zich om het euvel te verhelpen. Daar sta je dan, met je goeie gedrag, in een stuk bergachtig niemandsland; 't zal je maar gebeuren! Wij kunnen ze wel helpen met onze onvolprezen griptang, maar zij komen net uit Argentinië terwijl wij er nu naar op weg zijn. Uiteindelijk hebben ze onze tang toch maar geleend en zijn ze met ons weer naar Argentinië gegaan. Door dit oponthoud zijn wij inmiddels door- en doorkoud geworden. Dus besluiten we die dag niet meer verder te reizen. After all wordt door iedereen beweerd dat de regen maar 1 dag zal duren, dus waarom onszelf nog langer plagen? Nee dan liever genieten in een cabaña met een open haard mét hout, zoveel we willen en een heerlijke pasta met rode saus (Adriaan's recept), weggespoeld met onze eerste Argentijnse Chardonay. Ja, ja, 't blijft hard werken, dat wereldreizen.

 Benzineslang leveranciersOnze volgende stop is Bariloche, een soort Val d'Isère in de Andes. Niet onze favoriete stek, maar wel goed voor de medicijnen voor Adriaan en een heerlijke lunch. Daarna willen we door naar Esquel. Maar na 35 km zet Adriaan zijn motor aan de kant. Wat blijkt: er is een slang gesprongen en de benzine spuit eruit. Da's dus balen, want da's nou net iets wat we niet bij ons hebben. Er zit dus niets anders op dan terugkeren naar Bariloche. Gelukkig vinden we daar al snel een bedrijf dat ons kan helpen. Eén van de monteurs heeft ook een motor; dat schept gelijk een band. De juiste maat slang hebben ze niet, maar die wordt vlug ergens anders gehaald, inclusief 4 klemmetjes om de boel weer stevig vast te zetten. Als de klus is geklaard worden we ook nog uitgenodigd voor een kop thee (net Turkije) en we krijgen voor het eerst 'mate'. Dat is een soort kruidenthee die wordt genipt door een soort pijpje en behoort tot de Argentijnse folklore. Het bakje waarin het pijpje zit gaat van hand (of beter, mond) tot hand. Later zien we bij benzinestations regelmatig machines met heet water, waaruit je (vaak) gratis mag tappen voor je mate.

Alles bij elkaar kost dit geintje ons ruim 2 uur, dus Esquel gaan wij niet meer redden. Maar een andere motor- rijder die in de buurt was én uitstekend engels spreekt weet halverwege Esquel een goede camping. Deze is in El Bolsán, op zo'n 130 km afstand, dus daar gaan we naar toe. We beginnen kennis te maken met de Patagonische winden, terwijl we er nog niet eens echt zijn. Bovendien hangen er donkere wolken boven het meer waar we langs rijden en boven de heuvels in de verte. Maar opeens breekt er één straal licht door de wolken. Het heeft iets feërieks; net een vinger van God. En zo kan mijn dag toch niet meer stuk. De camping is ook snel gevonden en blijkt inderdaad prima. Helaas vergeten we een foto te maken van de tent met kerst- verlichting. Ach ja, je kunt niet alles goed doen in je leven, maar neem van mij aan dat het een heel leuk gezicht was.

Op weg naar het zuiden willen we eigenlijk ook nog naar het gletscher-natuurpark. En dus zal er een beslissing genomen moeten worden: Rijden we vanaf Rio Mayo bijna 1100 km over asfalt of nemen we de shortcut (nog steeds goed voor ruim 600 km) over gravel. Ik voel me goed en uiteindelijk zal ik het toch een keertje moeten leren, dus we kiezen voor de gravel. Reed ik voorheen krap 20 km per uur, ineens durf ik zelfs wel 60 à 70 km te rijden. Op deze manier zou het haalbaar moeten zijn in 3 dagen. Helaas wordt de gravel steeds slechter, het terrein heuvelachtiger (met dus meer bochten) en neemt de beruchte Patagonische wind steeds meer in kracht toe. Van de beoogde 256 km voor de eerste dag halen we er slechts 196. Maar morgen is er weer een dag, dus vooruit maar.

Als we wakker worden blijkt de wind nog in kracht te hebben toegenomen. Wederom staan we voor een keus: Gaan we door of keren we om en trekken we een ander plan. Ik vind het moeilijk. ik voel me minder fit dan gisteren, maar wil eigenlijk nog niet opgeven. Anderzijds weten we inmiddels, dat de voorzieningen tot de gletscher steeds slechter worden voor steeds meer geld. En als na 100 km zou blijken dat ik het niet red, dan moeten we er dus bijna 300 terug. We hakken de knoop door en gaan terug. Na 65 km vinden we een asfaltweg richting kust en die nemen we dan maar snel.

Zo'n 60 km vòòr de kust staan we alweer voor een keus: Laten we de gletscher, Ushuaia en de kou (ik dacht dat het hier nou zomer zou zijn ...!) voor wat het is en gaan we noordwaarts of wagen we nog een poging. Ushuaia en de daar heersende kou en drukte kunnen ons eigenlijk gestolen worden, maar die gletscher willen we nog steeds heel erg graag zien. Dus vanuit Pico Truncado toch maar weer zuid-waarts. We maken een klein ommetje via Caleta Olivia, omdat ik om 4 uur 's middags 60 km gravel met een behoorlijke zijwind niet meer zie zitten. Zoiets zou ik 's morgens nog wel aandurven, maar nu niet meer. En om 5 uur 's middags vinden we een laatste stuk van bijna 300 km naar Puerto San Julián ook een brug te ver. We slapen dus in Fitz Roy in een hospedaje met restaurant, waar ik me de gigantische Milanese (gepaneerde runderschnitzel) met papas fritas heerlijk laat smaken.

We staan vroeg op en rijden alsnog naar San Julián aan de Atlantische Oceaan waar we een camping municipal vinden met warm water. Gelukkig maar, want m'n kleren zitten zo vol met zand, dat een varken van het spoelwater met gemak een riant modderbad kan nemen. In een internet-café halen we onze e-mail op, want hier in Argentië kunnen we niets met onze GSM en modem. Langs deze weg wil ik dan ook iedereen bedanken voor de gestuurde kerstwensen. We hebben ook even gauw op onze eigen website gekeken. Ziet er echt leuk uit en al veel hits; niet te geloven!

Kerstavond 2002Kerstavond eten we kip en witte biet met veel knoflook in een versierde tent (decoratie geleend van de receptioniste van de camping), bij kaarslicht en op de radio af en toe flarden kerstmuziek, afgewisseld met "Breng die rozen naar Sandra", maar dan in het Spaans. En om 12 uur vuurwerk, als ware het Oud en Nieuw.

Bij het kaarslicht heb ik een schietgebedje gedaan en wat denk je: we worden wakker vanwege de stilte; geen wind; het heeft gewerkt. We pakken gauw de boel in en zitten nog vóór 9 uur op de brommer. We denken een makkie te hebben, vandaag, met minder dan 500 km te gaan naar El Calafate, vlakbij de gletschers. Na ongeveer 150 km word vooral ik onaangenaam verrast door de bijna 200 km gravel die zich voor mij uitstrekt. We kunnen nog steeds omrijden over asfalt, maar ik laat mij niet kisten. De weg is redelijk plat en we hebben nauwelijks wind. En als die al waait, dan in ieder geval niet van opzij. Adriaan begint al rekening te houden met een nachtje wildkamperen. Maar het rijden gaat goed. Na een uur hebben we 'al' 60 km afgelegd; een record voor mij! Na 4 uur (inclusief stops en wachten voor een kudde emoes (of nandoes) met jongen) staan we weer op het asfalt en zijn we trots op mij. In 1 dag van de Atlantische naar de Stille Oceaan gereden. Met een beetje fantasie staan we 1ste Kerstdag bij de gletscher; hebben we toch nog een witte kerst!

GletscherAls we na 2 dagen daadwerkelijk aan de voet van de Perito Moreno-gletscher staan, ben ik blij dat we hebben doorgezet. Want wat een imposant natuurverschijnsel is dat. Om er te komen rijd je een natuurpark in. De rit naar de gletscher (lekker achterop bij Adriaan) duurt dan nog zo'n 35 km en gaandeweg begin je je af te vragen waar ze dat ding in vredesnaam hebben verstopt. After all is een ijswand van zo'n 5 km breed en 50 m hoog niet iets dat je gemakkelijk kan missen. Na 30 km zien we kleine ijsbergjes drijven op het meer waarlangs we rijden en dan opeens is die daar. Wat een magnifiek gezicht! Scherp-gepunt, blauw- wit en moooooi! Massa's ijs, in een meer, omringd door bomen en exotische planten, zoals orchideen. Ook het geluid van afbrekende brokken ijs is imposant. Voor mij houdt het 't midden tussen geweerschoten en onweer. De truc is om te blijven kijken. Want als je opkijkt als je het geluid hoort, dan ben je te laat om te zien wat waar is gebeurd.