"Heb je het weerbericht gehoord?", vraag ik aan Mirjam. "Ja",
antwoordt ze, "het gaat nog iets warmer worden: zo'n 35 graden aan de kust, tot 38 in het binnenland". En ik heb
het al zo warm. We hebben gisteren Turkije verlaten; we zijn op de loop voor de hitte. Per boot ging het van
Çesme (dat is bij Izmir, aan de westkust van Turkije) naar Athene en toen door naar Korinthië (Griekenland). We
zijn dichtbij de zee en de luchtvochtigheid is erg hoog. En dat maakt dat we last van de warmte hebben. In 1998
gaf de 42 graden droge hitte van de Syrische woestijn me veel minder problemen. We gaan vandaag het kanaal van
Korinthië bekijken en morgen beginnen we aan onze toer in de Peloponessos (het zuidelijk deel van Griekenland).
Maar die lust vergaat ons bij de gedachte dat het nog warmer zal worden.
"Zullen we maar gewoon de boot van Patra naar Venetië nemen?",
oppert Mirjam. "Maar dan?", vraag ik, "als de Alpen meewerken kunnen we daar een tijdje rondrijden, maar je zult
zien dat het er weer eens regent!" "Hoor es, wie zegt er nu telkens: 'Een regenbuitje en twintig graden zouden
welkom zijn'? Huh?", daagt Mirjam. En ze heeft gelijk. Een wat lagere temperatuur (en beetje regen, als 't moet)
klinken erg goed.
Drie dagen later staan we op de Italiaanse kade en nog drie uur later zijn we in de Dolomieten. Maar er is iets
grondig mis met de dosering van het hemelwater. We rijden door Lindau aan de Bodensee (in het zuiden van
Duitsland) twee uur voordat de binnenstad onderloopt. Regen, regen, regen en de begeerde lage temperatuur (elf
graden). Midden-Europa loopt helemaal vol! We horen op de radio over een immens lagedrukgebied en wij moeten er
nog even door. We passen in het vervolg wel beter op met wat we wensen!
"Het gras is bij ons groener dan bij de buren!", zegt Mirjam
terwijl ze haar laatste meters gravel (onze oprit) aflegt. Vroeger was het gras bij de buren groener en stond het
onkruid bij ons tenminste knie-hoog. Vlak voordat we aan deze reis begonnen is nieuw gras gezaaid op een
geëgaliseerde bruine zandbodem. We zien ons nieuwe gazon voor het eerst.
Het is prettig om weer even thuis te zijn na meer dan acht weken motorrijden in uiteenlopend terrein, hotelovernachtingen in allerlei hotels (en wat daarvoor doorgaat), kamperen, erg goed en zeer slecht eten, grote vermoeidheid, totale relaxatie en drie ziektegevallen. We weten al dat we de komende drie dagen zullen slapen en ook wat we zullen eten: favoriete gerechten die we hebben moeten 'ontberen'.
"Ik ben een tevreden mens", denk ik na zo'n reis. Ik heb me acht weken kunnen bezighouden met mijn grootste passie, alweer wat meer van de wereld waarop wij allen wonen gezien en nu ben ik weer thuis. Met andere mensen en culturen in contact treden is een fantastisch hulpmiddel om me te laten inzien dat de comforts van onze westerse wereld niet zo noodzakelijk zijn. Halil en Çanan zijn minstens zo gelukkig als wij. Wij zouden ook gelukkig kunnen zijn als we in Roemenië een boerderij zouden bestieren met één paard en zo'n platte wagen. Het lijkt wel eens alsof mijn (motor)reislust voorkomt uit de wens alleen de essentiële dingen te behouden en de franje weg te laten. Maar ja, dan kom ik weer terug in een opgemaakt bed en alle andere verlokkingen die erbij horen. "Ik ben een geluksvogel".
Het doel van deze reis is bereikt: we weten zeker dat we samen een heel werelddeel aankunnen. De stress (na een motorongevalletje), de opwinding (bij het doorkruisen van een miljoenenstad), de verveling (na 40 uur aan boord van een Griekse veerboot) en elkaars gezelschap (24 uur per dag) zijn geen bedreigingen voor onze verstandhouding. We zijn er klaar voor, samen zullen we ons door Zuid-Amerika slaan.
De rijvaardigheid is op niveau, de motoren moeten worden schoongemaakt en hebben een onderhoudsbeurt nodig. We gaan geen andere motoren kopen. "Krakende wagens rijden het langst", zei mijn moeder vaak. De zes jaar oude BMW met 145.000 kilometer ervaring kraakt letterlijk en figuurlijk en ik berust in het feit dat ik ook op de volgende reis hier en daar aan het repareren zal zijn. De Kawasaki heeft geen krimp gegeven maar heeft wel een hekel aan omvallen. Het sleutelen hoort bij motorreizen, kennelijk.
De computer- en electronica apparatuur werken ook goed mee. We
hebben wel veel problemen gehad met de Internet Service Providers. (Technische) onkunde en onbruikbare informatie
zijn de norm, helaas. Ik zal mijn contract met Tiscali opzeggen en er twee andere voor in de plaats nemen. De
foto's zijn alle zevenhonderd digitaal - er is geen noodzaak meer een conventionele camera mee te nemen.
We hebben een lijst met materiaal dat niet voldoet, dat overbodig is, dat nu al kapot is gegaan en dat wat
ontbrak. Het meeste werkt perfect en kan ingepakt blijven. De rest hebben we over een paar weken compleet. Eind
september moeten we klaar zijn, want dan gaan de motoren beginnen aan hun reis, zodat wij er een maand later
achteraan kunnen.
Hier eindigt deze serie zomerreisverslagen. Over een paar maanden zullen we opnieuw contact opnemen, dan op weg naar of vanuit Zuid-Amerika!
Adriaan